Een week geleden ben ik gaan wandelen in het park hier vlakbij. En ja, met handen vol bladeren ben ik terug thuis gekomen. En daar moest natuurlijk iets mee gebeuren. Het werd een snelle schikking voor de achterdeur.
Ik ben begonnen met alle blaren per soort bij elkaar te leggen.
En dan heb ik bundeltjes gemaakt.
De blaren met steel werden eenvoudig bij elkaar geknoopt. Ik nam zo’n vier, vijf blaren samen. Met de ginkgo- en de amberblaren gaat dat makkelijk.
Het is wel belangrijk om die stevig te knopen want met de wind gaan de bundels behoorlijk bewegen.
Blaadjes die geen stelen hebben worden aan elkaar genaaid en zo geknoopt. Ook hier is het belangrijk om dit stevig te doen.
Boven de deur heb ik een dunne bamboestok vastgehaakt en daar worden dan de bundels één voor één aan vastgemaakt.
Ik ben begonnen met bundels van de esdoorn en de tulpenboom. Dat waren de grootste blaren.
Na het ophangen heb ik toch maar eens goed gekeken of alles goed zat want eigenlijk sta je te dicht bij de deur om goed te kijken. Een esdoornbundel heb ik wat veranderd. Ze zaten met twee op gelijke hoogte en ik wilde toch wat meer variatie. Dat heeft me ook geleerd om mijn knoopjes erg los te maken. Zo kom ik makkelijk alles herschikken.
Dan komen er kleinere blaren van de eik en catalpa.
De meer gelere blaren komen dan aan de beurt.
En tenslotte worden ook de rode blaadjes vastgeknoopt aan de stok.
En dan heb ik alles nog eens goed nagekeken. Daarna zijn alle knoopjes strak aangetrokken en de eindjes geknipt.
Ondertussen heeft de sterke wind al behoorlijk gespeeld met mijn bundels. De draden haal ik dan voorzichtig uit elkaar. Ook de blaren zijn al meer gedroogd en opgekruld.
Het zijn nu kleurrijke pakjes blaren die zachtjes dansen in de wind.