Shibori is een Japanse verftechniek waarbij je de stof op allerlei manieren gaat plooien en dan in een verfbad steekt. Dit geeft allerlei mogelijkheden maar verrassend is het resultaat altijd. Traditioneel wordt de stof in een indigo bad geverfd maar ik had een overvloed aan kersenbladeren en die wilde ik graag gebruiken. Die blaren geven een zacht, licht bruine kleur en dat leek me wel mooi voor een dunne katoenen sjaal.
Ik gebruik een kachelpijn die net in mijn verfpot kan. Bij het plantaardig verven ga je de vloeistof altijd koken waardoor je een metalen buis nodig hebt om de sjaal rond te wikkelen. Werk je met andere verfstoffen die geen verwarming vragen dan kan je net zo goed met een plastiek buis werken.
Mijn sjaal is vooraf gebeitst in sojamelk. En dan heb je natuurlijk ook een stevig touw nodig om alles vast te maken.
Mijn sjaal heb ik voor ik begon dubbel gevouwen. Dat was nodig omdat de buis een lasnaad heeft waardoor de stof zou kunnen beschadigd worden.
Aan mijn “voorkant leg ik de sjaal mooi tegen de rand.
Aan de achterkant zet ik die vast met stevige tape. Dan gaat mijn touw errond en wordt achteraan vastgeknoopt.
En dan is het een kwestie van heel gelijkmatig de sjaal rond de buis vast te zetten. Die regelmaat ontbrak wel een beetje. Mijn strepen lopen dus niet zo gelijk.
En na een tijdje wordt alles stevig aangedrukt. En dan kan je weer verder met wikkelen.
Het duurt wel even voor die hele sjaal op de buis zit.
Als je dan helemaal klaar bent ga je voor een laatste keer de stof heel stevig samendrukken.
Ondertussen zijn de kersenblaren in de verfpot gedurende 1 uur gekookt. En dat verfbad heb ik ook laten afkoelen.
De buis met stof kan nu in de verfpot samen met de bladeren. Alles wordt opnieuw verwarmd en ook dit kookt gedurende een uur.
Ik laat alles afkoelen in de pot en haal pas de volgende dag de stof eruit.
En dan begint het spannendste deel, het touw mag losgemaakt worden.
En dit is het resultaat!
