Tijdens de kerstvakantie is er heel wat gesnoeid en gezaagd in de tuin. En dan liggen al die stammetjes daar klaar voor gebruik. Natuurlijk wordt het vooral brandhout maar vooraf heb ik toch wat schors verzameld om wat schorsmandjes te maken. We vertrekken van repen schors die dan in elkaar gevlochten worden. Wilgenschors is ideaal hiervoor maar ook vlier is goed bruikbaar.
Werkwijze
Met een scherp mes ga je repen schors van zo’n stammetje snijden. Afhankelijk van de dikte wordt zo’n reep smaller of breder.
We starten met acht repen die vier per vier in elkaar gevlochten worden. Een even aantal is hier noodzakelijk.
We vlechten de repen in elkaar en drukken ze dan goed aan. Even kijken of de uiteinden ongeveer even lang zijn.
Met touw gaan we het gevlochten vierkant vastleggen. We nemen onze draad dubbel en leggen een lus rond één van de laatste repen. Al twijnend gaan we verder. Dat betekent dat we de draad die onder ligt telkens onderdoor naar voorhalen en de draad die boven ligt dan naar onder brengen.
Zo gaan we helemaal rond tot we bij onze beginlus komen. Hier knopen we ons touw vast.
Nu begint het eigenlijke vlechten. Eerst gaan we alle repen zachtjes naar boven brengen zodat we makkelijk de opstaande zijden in elkaar kunnen vlechten.
We nemen een zijde voor ons. Onze meest linkse reep is de eerste en zo gaan we verder naar nummer 4 als meest rechtse reep.We nemen reep 2 en leggen die onder 3. Daarna nemen we 4 en leggen die onder 2 naar links toe. Dan volgt reep 1 die onder 3 en over 4 gaat. Alles wordt nu met een wasspeld vastgezet.
Dit doen we nu aan de vier zijden van ons vierkant. En telkens zetten we alles vast met een wasspeld.
Nu is het de bedoeling om de vier zijden consequent verder in elkaar te vlechten. De repen gaan altijd onder en over elkaar tot ze opgewerkt zijn.
Om de mand af te werken volstaat het om de eindjes met naald en draad vast te leggen.
En hier heb je nog een paar voorbeelden:
