Nog even wilde ik de zomer bijhouden en daarom leek het me een goed idee om deze libellen te maken. Alle zomerse kleuren kunnen gebruikt worden. En de libellen konden nog even buiten genieten van de laatste warme zonnestralen. En samen met de libellen genoot ik mee.
Werkwijze:
1. We beginnen met het lijfje van de libel te vormen in ijzerdraad. Hiervoor gebruikte ik de wat zwaardere draad die toch nog voldoende soepel is. We hebben drie stukken nodig van elk 48cm lang. Die draden worden zachtjes dubbel gevouwen en dan samen met een binddraad op 7cm van het uiteinde vastgemaakt. We zorgen ervoor dat deze drie geplooide draden min of meer in drie verschillende richtingen in elkaar zitten. Ik gebruikte een dunne koperen binddraad. Omdat die toch wat dun was heb ik hem telkens dubbel genomen. De draad voor het bloemschikken kan je zeker enkel gebruiken.
2. Nadat de onderzijde vastgemaakt is binden we ook de drie draden bovenaan vast. Die draad gaat er later uit maar het is handig als ze ook daar niet kunnen bewegen.
3. Dan gaan we de drie onderdelen van het lijfje met elkaar verbinden zodat alle zijden even ver uit elkaar zitten. Na dit werkje zou je een mooi gevormd lijfje moeten hebben. Op het einde van de ijzerdraad doen we wat tape zodat alles goed samen zit. Ook op onze binddraad komt een stukje. Dit is erg handig als we straks ons haakwerk willen passen.
4. En nu komen de vier vleugels aan bod. We knippen een ijzerdraad van 32cm, plooien die zachtjes dubbel en maken hem onderaan vast. Die binddraad zit ongeveer 2cm van het einde. Op het breedste deel van de vleugel is de afstand ongeveer 5cm. De binddraad mag echt voldoende lang zijn want we gebruiken hem later nog om de vleugel aan het lijfje vast te maken.
5. Daarna maken we een patroon voor de stof rond de vleugels. Ik tekende een “ijzeren” vleugel af op papier en op een goeie 0,5cm knipte ik de stof uit.
6. Dit patroon wordt op dubbele stof gespeld en uitgeknipt. Dit doe je 4maal voor onze vier vleugels.
7. En dan begint het plakwerk. Eén deel van de stof wordt op de achterkant ingesmeerd met lijm. Hierop leggen we de ijzeren frame. Een tweede deel van de stof wordt gelijmd en komt hierop. Onze eerste vleugel is klaar. Dit doen we dan nog drie keer.
8. Terwijl onze vleugels drogen kunnen we beginnen met het haakwerk rond het lijfje. Ik werkte met allerlei restjes draad en dus ook met verschillende haaknaalden.
9. We beginnen met vier losse en sluiten die met een halve vaste. Daarna volgt opnieuw een losse steek gevolgd door vier vaste in de cirkel. Onze eerste rij is nu klaar. We gaan in spiraal verder haken. Dat betekent dat we geen halve vaste meer haken om onze kring te sluiten maar gewoon vaste blijven doorhaken. In elke vaste van de eerste rij komt opnieuw een vaste en dit doen we daarna nog een keer. Drie rijen zijn nu klaar. Nu gaan we regelmatig vermeerderen. Dat doen we door af en toe in een steek twee vaste te haken. Het aantal keer dat je vermeerdert hangt sterk af van de dikte van de draad. Ik schuif mijn haakwerk dan ook regelmatig over het metalen lijfje om te kijken of het goed past. Soms zit het prima, soms moet ik wat aftrekken. Zo ga je verder tot je de hoogte van de vleugels hebt bereikt. Dat is ook het moment dat je wat moet minderen. Gewoon af en toe een steek overslaan en het gehaakte lijfje wordt zo smaller. Ook hier is regelmatig passen zeker nodig.
10. Tijd om ons eerste stel vleugels vast te maken. We bekijken eens goed ons haakwerk en nemen de mooiste kant als voorkant. Onze laatste gehaakte steek laten we achteraan rusten. Dan steken we de eerste vleugel in het lijfje en maken hem stevig vast met de binddraad. Het restje van de binddraad vlechten we naar achter weg.
11. Nu wordt ook de tweede vleugel vastgemaakt. Ons haakwerk schuiven we wat naar onder zodat er wat meer ruimte is om alles vast te leggen.
12. En dan gaan we over onze vleugels haken. We halen het haakwerk terug naar boven zodat het grootste deel van het bindwerk verstopt zit en dan haken we over de vleugels heen. Dat is een precisiewerkje en vraag toch wat zorg. We haken twee volledige toeren.
13. Tijd om het tweede stel vleugels vast te maken. Dat gebeurt op dezelfde wijze. Opnieuw haken we over de vasthechting en de vleugels heen.
14. Nu moet er meer verminderd worden want we zitten bijna bovenaan. Als we zover zijn halen we de draad door onze laatste lus en trekken aan. We laten een lange draad hangen.
15. Bovenaan wordt de kleine opening dicht genaaid. Met de stopnaald en de lange draad kan je ook nog eens naar de vier vleugels gaan. Ik heb die draad een paar keer rond de vasthechting gedraaid. Op deze wijze kon ik de stand van de vleugels nog wat aanpassen.
16. Met mijn koperen binddraad heb ik dan een stukje gehaakt. Dit worden de antennes van onze libel. Met ons restje draad kan dit bovenaan vastgezet worden.
17. De tape wordt onderaan van het lijfje gehaald en de zes stukjes ijzerdraad kunnen wat gespreid worden zodat ook daar de libel netjes is afgewerkt.
En zo zijn onze libellen klaar!