Vorige zomer heb ik mijn wollen truien wat slordig opgeborgen en die kleine beestjes hebben ze gevonden. Teleurgesteld vond ik mijn lievelingstrui terug met kleine gaatjes. Het verstellen kon beginnen en dat gebeurde natuurlijk met allerlei kleurtjes.
Ik heb mijn viltwol uit de kast gehaald en mijn priknaalden verzameld.
Priknaalden heb je in verschillende maten en de fijnheid van het werk bepaalt de dikte van de naald die je gebruikt. Er bestaan ook verschillende houders met meerdere naalden. Hierdoor gaat het werk wat sneller. Voor het fijne werk gebruikte ik de enkele naald op de kurk. Om alles stevig vast te zetten werd het de houder met de vijf naalden.
Als ondergrond om onder de wollen stof te liggen heb ik een prikkussen, een stevig stuk mousse
En dan kunnen de kleurtjes wol gekozen worden. Ik heb me beperkt tot allemaal tinten blauw.
Het prikken kan beginnen. Op een restje wollen stof heb ik dit eerst uitgeprobeerd.
En dan kwam de trui. Je begint met een fijn plukje wol dat je wat rond je vinger draait. De hoeveelheid wol dat je hier neemt bepaalt de grootte en dikte van je stip.
Die leg ik dan voorzichtig op mijn trui en met de “5 prikker” zet ik de wol even vast.
Je merkt dat de cirkel niet helemaal rond is maar dit kan je verhelpen met de enkele priknaald. Hiermee kan je de wol mooi in vorm brengen. En dan kan je dit weer even vastzetten met de 5 prikker. Dit doe je een paar keer over en weer tot je de goeie vorm hebt. Als laatste wordt de wol nog eens stevig vastgezet met de 5 prikker.
Mijn eerste gaatje is “gestopt”.
En dan wordt het verder prikken tot alle gaatjes gestopt zijn.
