Boerenwormkruid

Boerenwormkruid heeft van oudsher een vaste plaats in de kruidenapotheek. Zoals de naam al aangeeft werd het vroeger gebruikt door de boeren om hun vee te verlossen van allerlei wormen. Maar het werd ook voor andere dingen gebruikt. Het bevat een vluchtige olie die zich makkelijk verspreidt. Zo is het een prima insecten werend middel. Vliegen houden niet van de geur. Ook vlooien in de kattenmand verdwijnen.
Je vindt ook recepten met dit kruid maar daar kan je beter toch erg voorzichtig mee zijn want de plant is eigenlijk licht giftig. Ik hang het dan ook niet in de slaapkamer.
Als verfplant doet die het ook prima. Je wol krijgt een gele kleur, soms groenig tot bruin afhankelijk van het beitsmiddel.
Maar het zou ook een prima afweermiddel zijn tegen heksen, spoken en onweer. Ook de duivel heeft last van dit kruid.
Nu ja, voor dit laatste wil ik het niet echt gebruiken maar om insecten weg te houden van de wol lijkt het me prima. In een boek dat ik leende in de bib vond ik mooie kruidenzakjes gevuld met boerenwormkruid. Motten vinden de geur niet zo lekker. En dit wil ik wel proberen.
Het boerenwormkruid staat nu volop in bloei dus tijd om aan de slag te gaan.

Je kan zo’n kruidenzakjes natuurlijk op allerlei manieren maken maar met dit patroontje gaat het heel snel.
En dit heb je nodig:
lichte stof zodat de geur zich makkelijk kan verspreiden
naaigaren
lintjes
patroontje voor het zakje
en natuurlijk de bloemen en bladeren van het kruid

 

 

 

 

 

Ik ben vertrokken van 2 groottes voor de zakjes. In de kast komen de kleine zakjes maar waar de vachten met de schapenwol liggen ga ik de grotere zakjes gebruiken. Uit dubbel gevouwen stof heb ik vierkante stukken stof  geknipt.  Daarop kan het patroon gespeld worden.

 

 

 

 

En dan stik ik eenmaal rond. Niet helemaal want bovenaan laat ik een opening om het zakje te vullen met de bloemen. Voor die kleine zakjes heb ik gedroogde bloemen gebruikt. Het zakje wordt zo gevuld.

 

 

 

In dat opgevulde zakje wordt nu het lintje gespeld. En dan kan de opening toe gestikt worden. Voor alle stevigheid maak ik nog twee extra toeren. En dit moet helemaal niet precies gebeuren.

 

 

 

 

Alles wordt met de kartelschaar afgeknipt. En zo is mijn eerste zakje klaar.

 

 

 

 

Op dezelfde manier worden ook de grotere zakjes gemaakt. Deze vul ik met verse bloemen en blaadjes. Ze komen los in de kamer te hangen en zullen zo ook drogen.

 

 

 

 

Mijn eerste vijf zakjes zijn klaar. Bij de volgende oogst kan ik nog een paar zakjes maken.

 

 

 

 

Bij het verzamelen van dit kruid zorg ik er altijd voor dat ik op verschillende plaatsen  bloemen ga knippen. Daardoor hebben de planten nog alle mogelijkheid om zich voor het volgend jaar uit te zaaien. Maar ondertussen staan er toch ook al een paar in de tuin. En je eigen oogst is natuurlijk het beste.